Dialyseren met een katheter

Dialyseren met een katheter

Wat is een katheter?

Een katheter is een zacht kunststof buisje van ongeveer 20 cm dat in een groot bloedvat wordt geplaatst. Een deel van de katheter bevindt zich in het lichaam en een deel erbuiten. Bij hemodialyse worden via uw bloed afvalstoffen en vocht uit het lichaam verwijderd met behulp van een filter (de kunstnier). Deze kunstnier is verbonden aan een dialysemachine. De katheter zorgt ervoor dat er voldoende bloed uit uw lichaam door de kunstnier geleid wordt.

Wilt u deze informatie uitprinten? Klik hier om onze brochure als pdf te downloaden.

Twee soorten

Er zijn twee soorten katheters: een ongetunnelde en een getunnelde.

ONGETUNNELDE KATHETER

U krijgt een ongetunnelde katheter als u acuut of voor korte tijd moet dialyseren. De katheter wordt meestal geplaatst in een bloedvat in uw hals of in de lies. Twee hechtingen houden de katheter op zijn plaats. Een deel van ongeveer 10 cm is zichtbaar buiten uw lichaam. Deze katheter kunt u enkele weken gebruiken.

GETUNNELDE KATHETER

U krijgt een getunnelde katheter wanneer u voor langere tijd gaat dialyseren. Deze katheter ligt gedeeltelijk onder uw huid en is daardoor minder gevoelig voor infecties dan een ongetunnelde katheter. De katheter wordt in een bloedvat geplaatst en vanuit uw hals onder de huid geschoven. Een gedeelte van ongeveer 5 cm is zichtbaar buiten uw lichaam.

Bekijk de ligging en werking van de katheter.

Plaatsen van de katheter

Uw nefroloog of de arts op de röntgenafdeling of de operatiekamer plaatst de katheter. Hiervoor krijgt u een plaatselijke verdoving. De ingreep vindt plaats op de dialyseafdeling of de röntgenafdeling van het ziekenhuis. Wordt de katheter op de dialyseafdeling geplaatst, dan wordt daarna een röntgenfoto gemaakt. Hiermee bepaalt de arts of de katheter goed is ingebracht. De katheter kan dezelfde dag nog worden gebruikt voor dialyse.

Gevoelig

Nadat de katheter is ingebracht, kan uw huid gevoelig zijn. Dit is na enkele dagen over. Houdt de pijn langer aan, neem dan contact op met de dialyseafdeling.

Nabloeding

De wond kan blijven nabloeden. Druk dan het gebied waar de katheter de huid ingaat af met een gaasje of schone doek. Hierdoor stopt de bloeding. Stopt de nabloeding niet na 10 minuten, neem dan contact op met de dialyseafdeling. Nadat de katheter is ingebracht, kan uw huid gevoelig zijn.

Verzorging

Als de katheter is aangelegd, verzorgt de verpleegkundige deze regelmatig. Daarnaast is het belangrijk dat u zich aan een aantal leefregels houdt. Hierdoor gaat de katheter langer mee en kunt u complicaties voorkomen.

Verzorging door verpleegkundige

De katheter wordt afgeplakt met speciale pleisters. De verpleegkundige verschoont deze bij elke dialysebehandeling. Ook verzorgt zij de huidpoort (de plaats waar de katheter het lichaam ingaat) met een bacteriedodende zalf. Na elke behandeling wordt de katheter opgevuld met een antistollingsmiddel. Dit zorgt ervoor dat de katheter niet verstopt raakt en de volgende behandeling weer gebruikt kan worden. Het middel wordt voor de volgende behandeling weer uit de katheter verwijderd.

Leefregels

  • Zorg dat de katheter zo weinig mogelijk beweegt tijdens uw dagelijkse bezigheden, zodat de insteekopening niet geïrriteerd wordt.
  • Let op met water. Het verband mag niet nat worden. Vanwege infectiegevaar mag u met een katheter niet in bad. Ga de eerste zes weken ook niet douchen. Met toestemming van de arts mag u na zes weken douchen.
  • Het wondverband kan losraken, vuil of nat worden. U mag het wondverband zelf vervangen als de verpleegkundige u hiervoor instructies heeft gegeven. Is dat niet het geval? Neem dan contact op met de dialyseafdeling.
  • Gebruik de katheter alléén voor dialyse. De katheter mag dus niet gebruikt worden voor bijvoorbeeld bloedafname of toedienen van medicijnen.

Klachten en problemen

Hieronder leest u over de meest voorkomende klachten en problemen en wat u eraan kunt doen.

De katheter raakt verstopt

Het kan gebeuren dat de katheter verstopt raakt, ook bij gebruik van een antistollingsmiddel. Dit merkt u pas bij de dialysebehandeling. De verpleegkundige dient dan een speciaal antistollingsmiddel toe via de katheter. Dit middel moet maximaal een uur inwerken. Werkt dit niet, dan bespreekt de verpleegkundige met u welke mogelijkheden er zijn.

Katheter raakt los of wordt langer

  • Raakt de katheter helemaal los uit het bloedvat, ga dan liggen en druk de insteekplaats onmiddellijk 30 minuten dicht met een steriel gaasje of een schone doek. Plak de insteekplaats steriel af en bel direct de dialyseafdeling.
  • Raakt de katheter voor een deel los, neem dan direct contact op met de dialyseafdeling. Duw de katheter nooit terug! Hiermee hebt u meer kans op een infectie.

Verwijderen van de katheter

Als het nodig is, verwijdert de nefroloog of verpleegkundige de katheter. Daarna drukt de verpleegkundige de wond een half uur dicht, zodat u geen nabloeding krijgt. Als het bloeden is gestopt, kunt u naar huis. U kunt de pleister na 24 uur verwijderen.

Neem altijd contact op met de dialyseafdeling bij

  • een of meer tekenen van infectie:

           - koorts hoger dan 38º
           - roodheid, zwelling rond de katheter
           - pijn op de plek waar de katheter zich bevindt
           - griepverschijnselen
           - koude rillingen
           - pus (geelachtig vocht) rond de huidpoort

  • kortademigheid;
  • zwelling van hoofd of hals;
  • bloed of vocht dat langs de katheter blijft sijpelen.